In gesprek met Carlo Buise, mobiliteitsmanager op de Radboud Universiteit Nijmegen

Van docent milieukunde naar mobiliteitsmanager op de Radboud Universiteit Nijmegen. Carlo Buise vervulde de laatste jaren verschillende functies, maar één ding kwam steevast bovendrijven: de drang om duurzaam bezig te zijn. Op de groene campus stimuleert hij studenten en hoogleraren met carpooling-apps, vegan voedsel in kantines en looproutes langs bijenkorven, insectenhotels en vleermuiskasten. Zijn laatste project? Duurzaam Bereikbaar Heijendaal.

Een heleboel groene ambities, dus! Maar hoe geef jij thuis invulling aan het begrip?

‘Duurzaamheid is voor mij heel basaal. Ik wil de wereld achterlaten zoals we haar hebben gekregen en liefst ietsje beter. Daarom zijn we elektrisch energieneutraal en is onze tuin een vlinder- en insectenparadijs. We stoken nog wel op gas, maar ook dat doen we heel voorzichtig. Onze thermostaat staat standaard laag en om half negen gaat-ie uit. Ook vliegen we heel zelden. We gaan vooral op vakantie met de zeilboot en dan word je door de wind voortgedreven. Alle praktische dingetjes en druppeltjes die we privé kunnen doen, doen we.’

 

En op je werk, hoe is jouw duurzame reis daar begonnen?

‘Begin jaren ’90 begon ik als docent milieukunde op de Radboud Universiteit. Dat was echt een bizarre tijd. De Koude Oorlog liep op zijn eind en we hadden strategische olievoorraden op ons terrein, zodat het ziekenhuis twee weken lang zelfstandig kon blijven opereren als er wat gebeurde. Nou, er was olie kwijt, er waren tanks die lekten en ik heb heel wat bodemsaneringen kunnen doen om dat op te ruimen. Vanaf dat moment ben ik mee gaan denken over het milieubeleid van de uni en het ziekenhuis. Het begon heel klein, met de overstap naar kringlooppapier en het gescheiden inzamelen van afval, maar uiteindelijk zijn we steeds verder gegaan met een focus op biodiversiteit, duurzaam inkopen en het duurzaam bouwen van vastgoed. Zo hebben we nu een energieneutraal universiteitsgebouw, dat zelfs vanaf zes graden boven nul energie levert aan andere gebouwen. We pakken telkens nieuwe, duurzame dingen op met steeds meer stakeholders. En we zien dat de impact van ons werk groter wordt.’

 

Een van je laatste projecten is Duurzaam Bereikbaar Heijendaal. Wat willen jullie daarmee bereiken?

‘Heijendeel is een stadsdeel vlak bij het centrum waar de universiteit en het ziekenhuis gevestigd zijn en ook de hogeschool Arnhem Nijmegen en een deel van het ROC-nijmegen. Dagelijks komen daar 50.000 studenten, 17.000 medewerkers en 5.000 polikliniekbezoekers aan, die allemaal door de stad moeten reizen om er te komen. De verkeersdrukte is al langer een doorn in het oog, dus we formuleerden twee ambities: veilig en comfortabel reizen aan de ene kant en CO2-neutraal reizen aan de andere kant. Wat het grootste probleem was? Dat alle studenten en werknemers van de universiteit, de HAN en het ROC rond kwart over acht op het station arriveerden. Die bomvolle spits in treinen en bussen moesten we dus spreiden, maar dat konden we niet alleen. Het is dus echt een samenwerkingsproject van onderwijsinstellingen, overheden en vervoerders in de regio Nijmegen geworden. Tijdens de volgende fase willen we ook de doorstroming van auto’s radicaal verbeteren.’

 

Hoe was dat, met zoveel verschillende belanghebbenden aan tafel?

‘Bij zo’n project moet je je een aantal dingen afvragen. Is er urgentie en voelt iedereen dat? Hebben we een structuur van stakeholders waarmee we samenwerken? En is ‘the whole system in the room’? Als al die elementen aanwezig zijn, gaat de trein lopen en ontstaat er vanzelf een goede flow. Tijdens de eerste bijeenkomst op het gemeentehuis was het dertig graden en stonden de zweetdruppeltjes op onze voorhoofden, maar al snel bleek dat we allemaal voelden dat er iets móest veranderen. De OV-bedrijven omdat ze in de spits met een belachelijke capaciteit reden en geen kwaliteit konden leveren, de overheden die met allerlei knelpunten in de stad in de maag zaten en de onderwijsinstellingen die zagen hoeveel moeite studenten, medewerkers en patiënten hadden om op hun bestemming te geraken. Het mooie was dat er een ontzettende klik was. Weet je, uiteindelijk bestaan die bedrijven en instellingen ook gewoon uit mensen zoals jij en ik. Dus als je elkaar menselijke aandacht blijft geven, ga je elkaar wat gunnen. Je werkt samen met mensen, niet met functionarissen en dat voelen we sterk.’

 

En hoe hebben jullie het aangepakt?

‘Allereerst hebben we ervoor gezorgd dat die collectieve aanpak stond als een huis, zodat de partijen niet alleen hun eigen maatregelen formuleerden en doorvoerden. Vervolgens zijn we datadriven aan het werk gegaan, om uit te zoeken welke vervoersstromen er zijn. De instellingen deden onderzoek naar het reisgedrag, de NS bekeek welke slimme spitsspreidingen mogelijk waren en de gemeente onderzocht wat er aan infrastructuur nodig was. We keken ook naar duurzame vervoerswijzen, zoals het stimuleren van fietsen en actieve mobiliteit. Op basis van de data hebben we dertien scenario’s doorberekend en zijn we met het beste plan aan de slag gegaan. Dat betekende dat de universiteit voortaan om half negen begon, de HAN om negen uur en dat het ROC op half negen bleef zitten. Dat academisch kwartiertje was wel een gevoelig puntje bij de onderwijsinstellingen, maar we realiseerden ons allemaal dat dit de perfecte oplossing was om de piekbelasting aan te pakken. En het werkte, door de aangepaste schooltijden is de piekdruk met twintig procent verlaagd. Ook bij de bussen staan er geen wachtrijen meer en is de doorstroom een stuk sneller.’

 

Hoe ging het met de medewerkers binnen de universiteit? Riep dat kwartiertje reacties op?

‘We hebben wel wat beren op de weg moeten knuffelen, dat wel. Zo maakten sommige collega’s zich zorgen over kinderen die naar de kinderopvang moesten worden gebracht en dachten andere collega’s dat een kwartier eerder beginnen de leerprestaties van studenten negatief zou beïnvloeden. Uiteindelijk kun je al die bezwaren makkelijk weerleggen door er een rationele analyse op los te laten en dat is precies wat we hebben gedaan. Kijk, wanneer enkele mensen bezwaren hebben, kun je dat niet aan de kant vegen. Maar je moet er wel voor zorgen dat iedereen zich realiseert dat het probleem minder groot is dan ze dachten. En zo gingen alle neuzen toch dezelfde kant op.’

 

Het gaat om de opgave die er ligt, maar uiteindelijk doe je zaken met mensen.

‘Precies, en dat gold ook voor de bijeenkomsten met de stakeholders. Het blijft een kwestie van elkaar wat geven en gunnen. Onder de professionele pet kijken door samen een keertje te gaan eten of borrelen. Rekening houden met elkaar en iedereen waarderen vanuit zijn rol. Als we afspraken met de NS maken, gaat dat bijvoorbeeld trager en moeizamer dan met Arriva, dat heel korte en directe lijntjes heeft. Dan kun je wel gaan mopperen, maar de NS is natuurlijk wel een tandje groter. Daar moet je dus gewoon rekening mee houden. De systeemkant is belangrijk, maar zonder de intermenselijke kant kom je er echt niet.’

 

Je bent ook bezig met planetary health, begreep ik. Kun je daar wat over vertellen?

‘Daar zijn we inderdaad mee aan het stoeien. Het idee van planetary health is dat jouw gezondheid wordt beïnvloedt door de gezondheid van de aarde en andersom. Covid19 is natuurlijk de ultieme uiting van dit fenomeen. We merken dat we aan alle kanten tekortschieten, denk maar aan onze gewoonten rondom voeding en vliegen. Het is niet meer zo dat een ziekte door een dorp raast, het hele dorp uitroeit en het is klaar, hoe naar dat ook is. De impact van ons gedrag op de aarde en op onze gezondheid wordt steeds groter. Sinds kort ondersteun ik het ziekenhuis om preventie en gezondheidsbevordering te promoten. Dat is boeiend, want je stimuleert iets wat tegen het verdienmodel van het ziekenhuis ingaat. Medici zijn opgeleid om mensen te genezen, niet om ervoor te zorgen dat ze niet ziek worden. Terwijl het zo simpel is: leef gezond, werk aan je vitaliteit en zorg dat je weerbaarder bent tegen ziekten en virussen. Voor het Radboud wordt planetary health wel een volgende stip op de horizon, ja. Wat we het afgelopen jaar hebben meegemaakt is toch een teken van de impact die we met elkaar hebben op het systeem. En van de impact die dat systeem vervolgens weer heeft op ons welbevinden.’

 

Hoe komt dat tot uiting in de zorg, verwacht je?

‘Met een centrum voor planetary health kun je vanuit onderzoek en onderwijs een nieuwe generatie medici opleiden. Gelukkig hebben we de tijdgeest mee. Niemand is tegen een gezonde leefomgeving, dus dat helpt om mensen mee te krijgen in het idee dat je verbindingen moet leggen tussen gezondheid en duurzaamheid in de wereld om ons heen. Een concreet voorbeeld? Als duurzaamheidsadviseur staan we langs de zijlijn en zien we hoeveel medicijnen er wegvallen. Die verspilling kunnen we bijvoorbeeld een halt toeroepen. Is het wel nodig om zo snel medicijnen voor te schrijven? En in welke hoeveelheid? Hoe kunnen we dat proces in de hele zorgketen verbeteren?

Als we duidelijk kunnen maken hoe een minder gezond systeem uiteindelijk als een boemerang in je gezicht terugslaat, hebben we veel gewonnen.’

Toekomstplannen Duurzaam Bereikbaar Heijendaal

Op korte termijn willen we twintig procent minder auto’s naar Heijendaal krijgen. Om dat te bereiken, zijn we op dit moment aan het berekenen welke effecten bepaalde maatregelen kunnen hebben. Op dit moment betaal je bijvoorbeeld een hoog parkeertarief als je binnen 7.5 kilometer van Heijendaal woont. Nou, die afstand is bedacht toen er nog geen e-bikes waren, dus dat kan misschien best naar 15 kilometer. Of naar drie kwartier met het OV. Ook transferia hebben potentie om veel minder auto’s de stad in te sturen.’

‘Het mooie van zeilen is dat je heel erg in het moment aan het sturen bent. Je hebt een doel, je hebt een richting en je hebt een stipje op de horizon, maar tegelijkertijd ben je afhankelijk van wat er op dat precieze moment gebeurt. Omdat er opeens wind is. Of stroming. Daarin zie ik wel een parallel met wat ik doe met duurzaamheid. Een beetje als ‘The natural step’: we zien een doel, we weten welke uitdagingen we onderweg tegen kunnen komen, maar we houden ons bezig met de stappen die we nú kunnen zetten om dichter bij dat doel te komen. Je werkt dus met heel kleine keuzes die je langzaam maar zeker bij je stip op de horizon brengen. En af en toe kijk je of je nog op koers ligt.’

Beluister de Podcast Duurzaamheid #HOEDAN?! hier

Wil je geen Podcast Duurzaamheid #HOEDAN?! missen?

Abonneer je dan hier via Apple Podcast.

Vind je deze Podcast waardevol? Beoordeel dan via Apple Podcast.