In gesprek met Tim van Hattum, programmaleider klimaat bij Wageningen University & Research

Als kind wilde hij visboer worden, maar ook ingenieur. En zat hij hele dagen met zijn neus in de boeken over rampen en het broeikaseffect. Inmiddels heeft Tim van Hattum zowel zijn ambities als zijn interesses in zijn loopbaan verenigd. Na zijn studie aquatische ecologie houdt hij zich nu als hoofd van het klimaatprogramma bij Wageningen University & Research bezig met het ontwikkelen van kennis over klimaatoplossingen. In 2022 publiceerde hij zijn boek de ‘Only Planet Klimaatgids voor de 21ste Eeuw’, boordevol hoop en oplossingen.

Doemscenario’s? Zeker belangrijk om de urgentie invoelbaar te maken. Maar hoop en oplossingen zijn minstens zo cruciaal. In dit artikel deelt Tim de principes van nature-based solutions, vertelt hij waarom we – hoe belangrijk ook – niet alleen op de energietransitie moeten focussen en lees je alles over hoe Nederland eruit zou kúnnen zien 2120. Een hoopvol perspectief!

 

Nederland in 2120

Met een stijgende zeespiegel, verlies van biodiversiteit en een veranderend klimaat staat het er anno 2021 niet per se rooskleurig voor. Maar hoe zou Nederland er over honderd jaar uitzien als we de natuur als leidend principe zouden inzetten?

Op de geschetste landkaart van Wageningen University & Research spat het groen en het blauw je tegemoet. Want dát is wat er gebeurt wanneer de natuur vrij spel krijgt bij het inrichten van het land. De biodiversiteit floreert, water heeft ruimte om te stromen en klimaat- en energieneutraal zijn in die toekomst mainstream geworden. Ook is de landbouw duurzaam en zijn de steden groen.

Dus hoe ziet Nederland er in 2120 uit? Op de kaart worden deze zes onderdelen belicht:

  • Zee: de zeebodem, het water en de oppervlakte van de Noordzee worden op duurzame wijze gebruikt. Dat betekent ruim baan voor windmolenparken op zee en drijvende zonneparken en waterstofhubs voor de kust. We gaan op zee veel meer voedsel produceren, zoals mosselen, zeewier en oestervelden. Van dat zeewier kunnen we weer energie, veevoer en zelfs kleding maken. Met dubbele dijken en bredere duinen wapenen we ons tegen de stijgende zeespiegel.
  • Kleigronden: de meeste vruchtbare gronden gebruiken we om plantaardig voedsel te produceren. De bodem is gezond, we gebruiken natuurlijke gewasbeschermingen en maken optimaal gebruik van reststromen waarmee kringlopen worden gesloten en zodat gezond voedsel tegen een eerlijke prijs verkocht kan worden. Overtollig regenwater slaan we op in zoetwaterreservoirs zodat we het in perioden van droogte kunnen aanbreken. Brede overstromingsgebieden beschermen tegen hoogwater, net als dubbele dijken voor kwetsbare, laaggelegen gebieden.
  • Rivieren: als levensaders van ons landschap hebben onze rivieren in 2120 meer ruimte gekregen. Dat moet ook wel, want door klimaatverandering verwachten we een ingewikkeld samenspel van veel hoge rivierafvoeren tijdens natte periodes en veel lage rivierafvoeren in periodes van droogte. Door de rivieren meer ruimte te geven, kunnen we de afvoer bij hoog water verbeteren in combinatie met prachtige riviernatuur. Verder zetten we in op het herstel van moerasgebieden om water op te slaan, de biodiversiteit te vergroten en tegendruk te bieden aan ongewenste waterstromen door de dijken. In onze vruchtbare kleibodems komt circulaire landbouw tot volle wasdom en staan melkveehouderij, akkerbouw en fruitteelt met elkaar in verbinding.
  • Veengronden: door het op grote schaal vernatten van van veengebied gaan we bodemdaling tegen, kunnen we koolstof opslaan en inzetten op innovatieve natte teelten. Waterteelt levert ons natuurproducten, biomassa, vezels, isolatie en bouwmaterialen, potgrond, medicijnen, diervoeding en vlees en kaas. Overigens eten we in 2120 met zijn allen minder vlees, waardoor we minder vee nodig hebben.
  • Hogere zandgronden: de afgelopen decennia hebben we ons land ingericht op het afvoeren van het water. Dat levert vooral op de hogere zandgronden problemen op. In 2120 is dat hele systeem opnieuw uitgevonden en kunnen we elke druppel die daar valt vasthouden en opslaan. Daardoor kunnen we ons kwakkelende grondwaterpeil structureel aanvullen. Verder hebben we de natuurlijke loop van de beken hersteld en is onze landbouw natuurinclusief en klimaatbestendig, met droogteresistente gewassen, agrobosbouw en voedselbossen. We verdubbelen ons bosareaal om koolstof op te slaan en duurzame bouwmaterialen te leveren.
  • Stedelijke gebieden: betonnen jungles? Nee, over honderd jaar zijn onze steden supergroen. Met parken en openbare groene ruimten blijven onze steden koel tijdens de zomers en kunnen we ons regenwater beter beheren. We maken onze bouwconstructies van hout, zodat zelfs in de huizen en gebouwen koolstof wordt opgeslagen. We laten de daken en gevels groen begroeien, zodat steden steeds aantrekkelijker en gezonder worden om in te wonen. Met het oog op de stijgende zeespiegel bouwen we onze steden op hogere zandgronden.

Vijf principes van nature-based solutions

De landkaart is gebaseerd op vijf leidende principes. Komen ze!

  1. Het natuurlijk systeem is leidend bij het inrichten van een toekomstbestendig Nederland. Dat betekent een focus op bodem, water en landschap.
  2. Water moeten we veel meer vasthouden, benutten en bergen. Afvoeren doen we alleen als er wateroverlast is.
  3. We moeten klimaatpositief worden. We gaan dus meer duurzame energie opwekken dan we nodig hebben om het op te slaan. Ook gaan we onze economie en samenleving circulair maken.
  4. We gaan ons land adaptief inrichten. Klimaatverandering is al gaande, maar het is niet statisch. We moeten dus meebewegen met de veranderingen.
  5. We willen toe naar een natuurinclusieve samenleving, waarbij alles wat we doen past binnen de grenzen van het natuurlijk systeem.

Energietransitie? Geen ultieme oplossing

We weten allemaal dat we voor een immense opgave staan. Maar we focussen ons te veel op de technische oplossingen. We hebben het vooral over de energietransitie en ja, daar moeten we ook volop mee aan de slag. Tegelijkertijd zijn er oplossingen die minstens zo belangrijk zijn, maar veel minder aandacht krijgen in het publieke en politieke debat. Zoals het centraal stellen van ons natuurlijk systeem. Als we mensen het verhaal over klimaatverandering vertellen, moeten we ons dus niet beperken tot de energietransitie. Want zelfs als we die tot in de puntjes uitvoeren, zijn we nog niet in staat om de wereldwijde temperatuurstijging onder die cruciale anderhalve graad te houden.

Wat we wel moeten doen? Ons realiseren dat ons landgebruik en ons voedselsysteem impact hebben op het klimaat- en biodiversiteitsprobleem. En dat betekent dat we moeten toewerken naar een natuurinclusieve samenleving, waarbij elke keuze die we maken past binnen de grenzen van het natuurlijk systeem. De natuur is een hele belangrijke bondgenoot in de strijd tegen klimaatverandering. Door te gaan samenwerken met natuur kunnen we naast het drastisch terugdringen van CO2 emissies ook actief CO2 uit de atmosfeer halen. Onze bossen, bodems en wetlands slaan tonnen koolstof op en maken ons weerbaarder tegen klimaatextremen. Laten we ons geen illusies maken. Klimaatverandering is al gaande. Daarom moeten we ons land adaptief inrichten, zo goed mogelijk meebewegen met de veranderingen en proberen de schade binnen de perken te houden. Het natuurlijk systeem, onze bodems, ons landschap en ons water moet dan ook leidend moeten zijn in alles wat we doen. Inzetten op natuur, dus. Want betonnen oplossingen werken niet zo makkelijk mee.

Drie vragen aan Tim!

1. Het verhaal over klimaatverandering is niet altijd even vrolijk. Hoe krijg je mensen het beste mee?

Ik denk dat angst verlamt en dat hoop aanzet tot actie. En als je al die verhalen, artikelen en rapporten leest, zakt de moed je inderdaad in de schoenen. Er is dus behoefte aan een hoopvol toekomstperspectief. Dat hebben we ook gemerkt aan de reacties op onze nieuwe kaart van Nederland. Van politici tot bedrijven en beleidsmakers, we hebben inmiddels uit alle hoeken en gaten positieve reacties op ons verhaal gehad. Zo zijn er waterschappen die onze principes gebruiken om hun beleid aan te toetsen, D66 heeft onze principes overgenomen in het natuurplan dat ze hebben geschreven en we zijn in het oosten van Nederland bezig om ons verhaal regionaal uit te diepen. Mensen worden enthousiast van onze kaart omdat het een toekomstbeeld schetst wat mogelijk zou kúnnen zijn. Het groene verhaal laat zien dat het juist heel veel oplevert voor de leefbaarheid van Nederland. Geen doembeeld maar een groen beeld is ons motto.

2. Is er een moment geweest waarop het hele doemscenario bij jou extra sterk binnenkwam?

Ik werk al twintig jaar in de wereld van water en klimaat en ik vertel al twintig jaar verhalen over klimaatverandering. Net als iedereen heb ik de doembeelden glashelder op mijn netvlies staan. Zo’n drie jaar geleden bezag ik ze echter door een nieuwe bril toen ik in de klas van mijn dochter een klimaatles kwam geven. Terwijl de plaatjes van bosbranden en overstromingen voorbijkwamen, keek ik rond in de klas en zag overal verschrikte gezichtjes. Dat was echt een trigger voor mij. Als angst het resultaat is van de verhalen die we vertellen, en als mensen zich daardoor machteloos gaan voelen, dan gaan we er niet komen. In die klas is misschien wel het zaadje geplant om dit verhaal te vertellen. Om meer aan oplossingen te werken en om die oplossingen vervolgens sterker voor het voetlicht te brengen. Want nee: klimaatverandering is geen fraai verhaal. Maar oplossingen zijn dat wél.

3.Waar raak je zelf door geïnspireerd?

Het Amerikaanse boek en project Drawdown is wel een inspiratiebron geweest. Daarin hebben ze de beste honderd oplossingen voor klimaatverandering gebundeld. Veel mensen hebben geen idee van alle ideeën die er zijn om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Of ze denken vooral aan geld en praktische en politieke bezwaren. Maar als je laat zien welke oplossingen er zijn en wat ze ons op gaan leveren, is dat toch bijna een no-brainer? Natuurlijk kost het geld om duurzame ideeën te realiseren, maar niets doen kost ons uiteindelijk nog veel meer. We moeten investeren in de lange termijn. Ik hoor veel mensen zeggen: ‘Deze kaart laat een land zien waarin ik wel zou willen wonen, maar honderd jaar is nog zo ver weg. Hoe kunnen we dat sneller realiseren?’ Nou, dat kan als we allemaal de juiste keuzes maken. En dat begint bij elke keuze die we op dit moment maken. Ook als we in de supermarkt staan. Dus laat je niet uit het veld slaan. Houd hoop en probeer verhalen te vinden die gaan over oplossingen!

Een duurzaam liedje

‘Het liedje ‘De rivier’ van Stef Bos vind ik mooi. Het is een soort ode aan de rivier en daar kan ik mij wel in vinden. Rivieren zijn en blijven de levensaders van ons landschap, ze zijn essentieel voor zowel mens als dier. Steeds meer landen erkennen dat ook en geven rivieren dezelfde rechten als de mens. Zoals Nieuw-Zeeland onlangs heeft gedaan. Laat die rivieren dus lekker stromen, ‘vrij door de eeuwen heen’. Een prachtig nummer!’

‘Practice what you preach’, toch? Daarom hebben we onlangs een stukje buurtgroen van de gemeente overgenomen, waar we vlinder- en bijvriendelijk groen gaan planten. Onze tuin is al in alle tinten groen, met veel droogtebestendige planten, zoals lavendel. Die hebben het aardig gehouden in die laatste loeihete zomers. In de voortuin hebben we een wadi, zodat het regenwater goed in de grond kan zakken. Verder zorgen we dat al het regenwater op ons dak in de tuin terechtkomt in een kuil onder de trampoline van de kinderen. Daar kunnen we zo’n tweeduizend liter op vangen. Maar ook binnenshuis dragen we ons steentje bij. Zo kochten we laatst een volledig circulaire matras. Daar zit een paspoortje bij, zodat we hem na gebruik kunnen terugsturen en hij verwerkt kan worden in een volgende matras of in andere spullen.’

Links

Tim’s tips

 

Beluister de Podcast Duurzaamheid #HOEDAN?! hier

Wil je geen Podcast Duurzaamheid #HOEDAN?! missen?

Abonneer je dan hier via Apple Podcast.

Vind je deze Podcast waardevol? Beoordeel dan via Apple Podcast.