In gesprek met biomimicry architect Lydia Fraaije

Bouwen met stro. Biomimicry inzetten om de bouwsector te verduurzamen. En inheemse wijsheid herontdekken om de relatie met de natuur te herstellen. Als kind wilde Lydia dierenarts of architect worden. Het werd het laatste, maar de band met de natuur is altijd sterk gebleven. Die liefde en verwondering voor de natuur gebruikt ze nu in haar werk als biomimicry architect.

 

Lydia, je hebt een eigen huis van stro gebouwd. Waarom?

“Klopt, ik ben een enorme fan van stro! Voor mij staat stro symbool voor de kennis van vroeger en onze relatie met de natuur. Als biomimicry architect is het natuurlijk een droom om je eigen huis te bouwen. Aan de binnenkant hebben we met houtvezel, kleiplaten en leem gewerkt. Akoestisch perfect en een goede vochtbuffer, dus de luchtvochtigheid blijft gelijk. En de prefab strobalen die we hebben gebruikt kunnen uiteindelijk weer gecomposteerd worden en zijn een voedingsstof voor de bodem. Zo hebben we allerlei transities aan elkaar gekoppeld, zoals de bouw- en de landbouwtransitie.”

Wat heeft jou gedreven om dit zo ver uit te zoeken en op te pakken?

“Hoe meer ik me in de natuur verdiep, hoe meer waardering ik ervoor heb. En hoe meer verwondering ik voel. Een beetje de verwondering die je als kind ook kon voelen. Ik heb het idee dat we die connectie met de natuur soms verloren zijn. Mensen worden niet verliefd op staal of op EPS. Mensen worden wel verliefd op stro of als ze de wind over velden zien gaan. En op de golfbewegingen en de kleuren. Blij worden van natuurlijke materialen, dat zit in ons. Omdat we zelf ook natuur zijn. Daarnaast zijn natuurlijke materialen beter voor je gezondheid omdat er minder toxische stoffen in zitten. Maar de belangrijkste reden is dat we de natuur aan het uitputten zijn. Als we die connectie weer vinden, kunnen we betere en duurzamere keuzes maken. Met het huis wilde ik laten zien dat dit mogelijk is.”

 

Toevallig heb ik vandaag John P. Milton ontdekt, een goeroe op het vlak van verbinding maken met de natuur. Hoe heb jij de natuur ‘leren lezen’?

“Ik was nieuwsgierig naar de relatie tussen biomimicry en inheemse kennis. Daarom ben ik met Jungle, een Sami, naar de poolcirkel gegaan. Hij is een sjamaan en leerde ons praten met de dieren en de natuur. Dat klinkt altijd een beetje vaag, maar iedereen kan dit. We zijn het alleen vergeten. Als een hond kwispelt, weet je dat-ie vrolijk is. En als een plant zijn blaadjes laat hangen, heeft-ie water nodig. Stiekem kunnen we de natuur veel beter lezen dan we zelf in de gaten hebben. Vijf jaar geleden was ik bij een wereldconferentie waar veel mensen met een inheemse achtergrond zich bij hadden aangesloten. Ik begon vragen te stellen en wilde van hen leren. Een aantal van hen werd een beetje boos op mij. Ze zeiden dat ik net zo goed inheems was als zij, maar dat ik mijn kennis was kwijtgeraakt. En ze hadden gelijk. Die inheemse kennis zie je nog veel terug in spreekwoorden of bijvoorbeeld het besef dat het weer verandert als zwaluwen laag gaan vliegen.”

 

Je past je kennis en expertise rondom biomimicry en architectuur toe in heel technische omgevingen. Hoe doe je dat concreet?

“Ik probeer mensen altijd mee te nemen in het verhaal. Voor Rijkswaterstaat gaven we hackathons over bruggen, in Amsterdam over het verzakken van kademuren en op de UvA over wat je van de natuur kan leren over inclusiviteit. We hebben ook bekeken hoe je relaties met innovators in de markt kunt versterken. Rijkswaterstaat ontdekte bijvoorbeeld dat ze door hun manier van aanbesteden vooral met grote partijen in zee gingen en dat kleine innovators buiten de boot vielen. Terwijl daar juist veel interessants gebeurde. We hebben allerlei verschillende manieren van samenwerken, aanbesteden en processen rondom de bouw onder de loep genomen en daar is uiteindelijk een symbiotische bouwcorporatie uit ontstaan. Langs de snelweg staat ons gebouw en een van onze eerste innovaties is een biomeiler, een composthoop waarmee we het gebouw gaan verwarmen.”

Hoe krijg je een traditionele organisatie zover om dit unieke proces samen aan te gaan?

“Ik laat het perspectief van de natuur zien en daar reageren mensen op. Vaak is het ook ontzettend logisch. Stiekem weten we allemaal best dat hout duurzamer is dan staal. Maar het is ook belangrijk om een beetje humor erin te brengen. Als corporatie nodigen we bijvoorbeeld elke keer ‘de natuur’ uit tijdens vergaderingen. En dan stellen we de natuur ook vragen. Iedereen mocht de stem van de natuur vertegenwoordigen en dan merk je toch dat je op een heel andere manier gaat denken.”

Je bent ook de stem van water geweest, tijdens de Embassy of Water. Hoe was het om die rol in te nemen?

“Ik was ontzettend vereerd. Maar terwijl ik daar zat, voelde ik me boos worden. Ik zei: ‘Hier ben ik en ik overstroom, ik droog uit en ik maak enorme regenbuien.’ Het voelde alsof ik enorm aan het schreeuwen was en niemand luisterde. Want ja, water mag best eens kritisch en kwaad zijn. Die emotie voelde ik heel sterk en ook het besef dat we in actie moeten komen. Water is de bron van ons leven. Je wordt geboren in het vruchtwater van je moeder en toen de aarde geboren werd, werd leven geschapen in het water van de zeeën en de oceanen. Water wat in jou en mij zit, dat adem je uit, dat zweet je uit, dat spuug je uit en dat plas je uit. Maar dat water is morgen een wolk. En vroeger was het een gletsjer of een waterval. En dat water komt over jaren weer terug in je achterkleinkinderen. Op die manier verbindt water alles en iedereen.”

Daarmee maak je het ook heel tastbaar. We staan inderdaad niet los van de natuur, maar ik had dat zelf nog niet zo op deze manier gevoeld. Dat water verandert van vorm en van plek. Hoe hoop je dat de wereld er over pakweg vijf jaar uitziet?

“In de Grondwet gaat het vooral over preventie. Dat je de natuur tot een bepaald niveau mag vergiftigen, dat je je mag ontwikkelen, dat je recht hebt op zorg en onderwijs. Maar er staat nergens dat je recht hebt op schone natuur en op schoon water. Zo kunnen we overal een beetje tussendoor fietsen en toch wat vervuilen hier en daar. Maar wat als erin zou staan dat we allemaal het recht hebben om uit de rivieren te kunnen drinken? Omdat die rivieren van ons allemaal zijn? Als we op dat punt zijn beland, dán zijn we ergens.”

Wat is biomimicry eigenlijk?!

Biomimicry gaat over het leren van de natuur. En over het bewustzijn dat alles wat je bedenkt of ontwikkelt ondersteunend moet zijn aan die natuur. Dat doet de natuur zelf ook. Alles is cyclisch in de natuur. Alles gaat gepaard met efficiënt energiegebruik, efficiënt materiaalgebruik en zonder afvalstoffen. Een voorbeeldje? Klittenband. Dat is afgeleid van het plantje de klit, een soort disteltje met kleine haakjes. Toen een ingenieur met zijn hond door de wei ging wandelen, bleven er allemaal kleine klitjes in de vacht van de hond hangen. Thuis trok hij de klitjes uit de vacht en bij nadere inspectie vond hij het eigenlijk heel mooi materiaal waarmee hij makkelijk dingen aan elkaar kon verbinden. Zo is klittenband ontstaan. Natuurlijk is het jammer dat klittenband tegenwoordig van plastic wordt gemaakt, maar gelukkig hebben we binnen biomimicry iets wat feedback loops heet. Dat betekent dat we vormen, processen en strategieën altijd willen verbeteren. Klittenband gemaakt van bioplastic is daar een mooi voorbeeld van!

Beluister de Podcast Duurzaam hoe dan?! hier

Wil je geen Podcast Duurzaam hoe dan?! missen?

Abonneer je dan hier via Apple Podcast.

Vind je deze Podcast waardevol? Beoordeel dan via Apple Podcast.